
Valle de Cocora: waanzinnige wereld vol waspalmen
Op de eerste dag in Salento stond er een mooie dagtrip op het programma: een hikeroute van ommenabij 5 uur door de Valle de Cocora, een vallei die bekend staat om haar gigantische palmbomen (de zogeheten waspalmen) die wel 60 meter hoog kunnen worden!
Het begin van de vallei ligt een kilometer of 15 van Salento vandaan, dus om daar te komen hadden we een andere wagen nodig dan onze gebruikelijke tweebener. Vanaf het centrale plein in Salento konden we gelukkig met een wel heel tof alternatief vervoersmiddel naar de vallei toe: een Willy! Deze halfopen Jeeps hebben zitplaatsen voor zes personen en staanplaatsen voor drie personen… En die staanplaatsen zijn achterop de Jeep, op een aparte railing, waardoor je perfect zicht hebt op de omgeving. Awesome! Onder het genot van een prachtig uitzicht (en met een kleine krachtsinspanning onzerzijds) bracht de Jeep ons naar het startpunt van onze hike: een verzameling restaurantjes en wat kampeergrondjes die tezamen Cocora worden genoemd.
Het eerste deel van onze wandeling liepen we tussen de bergen, door weidse groene vlaktes met hier en daar wat koeien en paarden. Het voelde alsof we in de Oostenrijkse Alpen liepen! Na verloop van tijd transformeerde de omgeving van open vlakte naar smalle paadjes met veel begroeiing. Het Oostenrijkse gevoel maakte plaats voor de inmiddels vertrouwde Minca-vibes: lekker klauteren in de jungle. Op onze steile klim naar boven liepen we langs en over de Rio Quindío en maakten we een kleine (met héle grote muggen geïnfecteerde) omweg langs een waterval. We klommen soepeltjes over rotsen, huppelden over grote boomwortels, en ontweken vernuftig alle modderige delen van de route. Een stuk of 6 gammele bruggetjes (waar je maar met één persoon tegelijk op mocht) brachten ons droog over de natte stukken van de jungle. Ons, en de andere logische jungle-gangers zoals een willekeurige hond, die braaf wachtte tot hij ons kon passeren haha.
Na het allersteilste stuk bergopwaarts (en ongeveer 2,5 uur nadat we onze tocht begonnen) bereikten we het letterlijke hoogtepunt van onze route: Finca La Montaña, een klein boerderijtje gelegen op 2860 meter hoogte. We werden vriendelijk onthaald door een van de bewoners van de Finca – die ons vanaf boven toeriep: “Hola chicos! Cansados?” (waarop ik puffend antwoordde: “Si, estoy muy cansada!”) – en we dronken de zoetste koffie die we ooit hebben geproefd.
Het figuurlijke hoogtepunt van onze expeditie zou echter pas volgen bij de afdaling! Op de lange weg naar beneden kwamen we langs een aantal miradors (uitzichtpunten), waar de woorden echt voor tekortschieten. Ook de foto’s doen geen recht aan de schoonheid van hetgeen we hebben gezien. Toch doen we graag een poging om het een beetje te omschrijven, haha. De miradors gaven ons een adembenemend 360 graden uitzicht, met aan onze linkerzijde torenhoge waspalmen die als dunne penceelstroken prachtig afstaken tegen de kolossale, elkaar overlappende bergen gehuld in een mysterieuze wolkensluier. Aan onze rechterzijde zagen we een brede, gelaagde vallei met een dozijn verschillende kleuren groen, waar de palmen eigenwijs boven de bomen op de heuvels uitstaken. Tussen die gigantische palmen, die imposante bergen en in die zee van groen word je echt even één met je omgeving. Liggend in het gras hebben we de tijd genomen om onze ogen uit te kijken en het moment volledig te ervaren. Zo bijzonder! Het is een van de mooiste plekken die we ooit hebben gezien, dus als je ooit in Colombia bent…! Na deze onvergetelijke ervaring bracht de Willy ons weer netjes terug naar Salento, waar we helemaal uitgeput vroeg ons nestje opzochten. Wat een belevenis!

