Voetballiefhebber

Pieken, dalen, op z’n kop en achterstevoren: seizoen 2021-2022 was een heuse Eindhovense rollercoaster

Al dan niet uit de hand gelopen borrels (het is vast geen toeval dat het woord blauw voor het grootste deel uit auw bestaat), bourgondische BBQ´s, oergezellige huisfeestjes, pre-match en post-match drinks bij het supportershome, willekeurige voetbaltripjes in binnen- en buitenland én een beker en een schaal. Hoewel ook het afgelopen voetbalseizoen 2021-2022 helaas te lijden had onder coronaperikelen, is er méér dan genoeg moois gebeurd in het 109e jaar PSV 1.

Als bij het lezen van de inleiding van een goed boek, werden wij, supporters, de start van de competitie ingezogen. De van plezier sprankelende wedstrijden tegen Galatasaray (small club, red.) en FC Midtjylland brachten ons in extase. Voorzichtig durfden we de meest fan-tas-ti-sche scenario´s te dromen. We zouden onder leiding van Roger Schmidt aanvallend voetbal gaan spelen, doorspekt met lef en doortastendheid, vanuit een stabiele basis. We zouden schitteren in de top van Europa en eindelijk weer op het Stadhuisplein staan met z’n allen. Misschien zou er zelfs wel weer een nieuwe variant van ‘Come on Peesjevee’ geboren worden op het bordes.

Toegegeven, de dromen vervlogen haast net zo snel als ze zich hadden kunnen vormen. Alsof al die bijzondere figuurtjes en tekens die je op een broeierige zomeravond in de wolken meent te kunnen zien, ineens werden ontdaan van hun magie. Wolken bleken toch echt slechts wolken en onze droom van een onbetwiste Meisterschaft was ook precies dat: een droom. Maar ondanks de teleurstelling die inherent is aan te hooggespannen verwachtingen, was het mijns inziens echt geen slecht seizoen.

Hoe veel meer geniet je immers niet van grote hoogtes, dan wanneer je net een immense berg op bent geklommen? En betalen we niet juist graag voor spectaculaire rollercoasters, die ons alle kanten op laten slingeren waardoor we van achteren niet meer weten wat we van voren hebben gegeten? Dat bedoel ik. Het afgelopen seizoen was als een steile klim, een wilde achtbaan, een ritje door een chaotisch drukke stad achterop de ronkende motor van een Colombiaan met peper in de reet.

We zagen Götze (Mario Götze welteverstaan, de jongeman die de Duitsers in 2014 eigenvoetig het wereldkampioenschap bezorgde) bij vlagen schitteren, zeker bij vlagen in de richting van het doel van de tegenstander. Madueke dartelde bij tijd en wijle vrolijk en vaardig rond op de rechterflank en Sangaré groeide uit tot sterkhouder van het verdedigende middenveld. We wonnen de fruitschaal met maar liefst 0-4 van de jongens uit de hoofdstad, schopten het tot de kwartfinale van de Conference League (de nieuwe Europese voetballeague die we als eerste club bereikten door uitschakeling in achtereenvolgens de Champions League en de Europa League) én wisten in een zinderende finale de KNVB-beker mee naar Eindhoven te nemen, eveneens ten koste van de hoofdstadjongens.

Terugkijkend op het afgelopen voetbaljaar, voelt het alsof we het stationnetje van de Python inrijden. De adem nog hoog in de keel, een licht verwilderde blik, vervlogen haren. Een pijnlijke dreun in je slaap van die ongemakkelijke kurkentrekker in de baan, waarbij je hoofd als een pingpongball van hoofdsteun naar hoofdsteun wordt getikt. Maar ondanks die ongemakken, voel je je toch ook een beetje trots. En levend. Het is niet de beste achtbaan, of de leukste, en ook zeker niet de meest comfortabele, maar bij elk dagje Efteling pak je toch altijd even de Python mee. Zo was ook een beetje ons seizoen. Het was misschien niet het beste seizoen, maar het was beslist een enerverend seizoen. En ook de volgende pakken we gewoon weer mee.